autoverkoop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoverkoop autoverkopen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autoverkoopm

  1. de keer dat men tegen betaling een auto levert
     Het is de grootste krimp in meer dan 25 jaar. Vooral de autoverkoop is getroffen: handelaars in motoren zagen de omzet met 5,7 procent het minst dalen.[1]
     "Ondanks een kleine opleving van de autoverkopen in het vorige kwartaal, blijft de automarkt volgend jaar ook onder druk staan", zegt directeur Paul van Vuuren tegen 1Limburg. Door de coronacrisis zijn er dit jaar in Nederland ruim 22 procent minder auto's verkocht dan een jaar geleden.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 19 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Auto- en motorenbranche beleeft grootste omzetkrimp in 25 jaar” (Vrijdag 28 augustus 2020, 00:00), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 19 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Nedcar schrapt 750 banen vanwege tegenvallende autoverkoop” (Woensdag 2 december 2020, 13:40), NOS