autoveerboot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·veer·boot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoveerboot autoveerboten
verkleinwoord autoveerbootje autoveerbootjes

Zelfstandig naamwoord

de autoveerbootv / m

  1. een veerboot waarmee ook auto's overgezet kunnen worden
     Ze hadden een halfuur later in Zweden kunnen zijn, of in elk geval aan boord van een van de vele autoveerboten tussen Helsingor en Helsingborg. Als ze bijvoorbeeld van vluchtauto hadden gewisseld in Vedboek.[1]
     De afvaarten van de autoveerboot van en naar Vlieland, respectievelijk 16.45 en 19.00 uur, komen te vervallen, evenals die van en naar Terschelling om 17.30 en 19.55 uur. Passagiers die al een kaartje hebben, worden omgeboekt naar een andere afvaart op die dag.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044645149
  2. Bronlink geraadpleegd op 29 september 2022 Weblink bron “Minder afvaarten Terschelling en Vlieland” (12 januari 2017), Reformatorisch Dagblad