veerboot
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- veer·boot
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van veer en boot [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | veerboot | veerboten |
verkleinwoord | veerbootje | veerbootjes |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) schip dat de verbinding tussen twee oevers onderhoudt, grote veerpont
- De veerboot voer af en aan.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord veerboot staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "veerboot" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ veerboot op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be