autotsaar

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·tsaar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autotsaar autotsaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de autotsaarm

  1. door de overheid aangestelde persoon die een reorganisatie in een autobedrijf moet doorvoeren
     Daarover zijn president George Bush en de Democratische meerderheid in het parlement het eens geworden. Bush zal een 'autotsaar' aanwijzen, die de baas wordt over de auto-industrie.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 29 april 2023 Weblink bron “Akkoord over steun auto-industrie VS” (10 december 2008, 11:38), Het Parool