autostamboom
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- au·to·stam·boom
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van auto zn en stamboom zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | autostamboom | autostambomen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de autostamboom m
- register waarin alle vorige eigenaren van een klassieke auto zijn opgenomen
Gangbaarheid
- Het woord autostamboom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.