automobiliste
Uiterlijk
- au·to·mo·bi·lis·te
- Afgeleid van automobilist met het achtervoegsel -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | automobiliste | automobilistes |
verkleinwoord |
de automobiliste v
- vrouwelijke vorm van automobilist, chauffeuse
- Het woord automobiliste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.