außerordentlichen

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·ßer·or·dent·li·chen
Woordherkomst en -opbouw
  • Duitse bijvoeglijk-naamwoordsvorm met het voorvoegsel außer-

Bijvoeglijk naamwoord

außerordentlichen

  1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald (zonder lidwoord) accusatief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald (zonder lidwoord) genitief onzijdig enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald (zonder lidwoord) datief meervoud van außerordentlich

Bijvoeglijk naamwoord

außerordentlichen

  1. bepaald genitief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. bepaald datief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. bepaald accusatief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. bepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. bepaald datief vrouwelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. bepaald genitief onzijdig enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. bepaald datief onzijdig enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. bepaald meervoud van außerordentlich

Bijvoeglijk naamwoord

außerordentlichen

  1. onbepaald genitief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald datief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald accusatief mannelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald genitief vrouwelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald datief vrouwelijk enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald genitief onzijdig enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald datief onzijdig enkelvoud van außerordentlich

außerordentlichen

  1. onbepaald meervoud van außerordentlich