asfaltlaag

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·falt·laag
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asfaltlaag asfaltlagen
verkleinwoord asfaltlaagje asfaltlaagjes

Zelfstandig naamwoord

de asfaltlaagv / m

  1. wegdek van asfalt
     De renovatie van de 3,5 kilometer lange Kaagbaan op Schiphol verloopt volgens plan. De start- en landingsbaan krijgt sinds twee weken een nieuwe asfaltlaag en volledig nieuwe verlichting, van maar liefst 1500 energiezuinige lampen. Als regen geen spelbreker wordt - vooral in de laatste twee weken - is de klus op 24 mei geklaard.[2]
     In vier dagen tijd is het complete circuit van Zandvoort op de schop gegaan. Al het oude asfalt is verwijderd. Vandaag, de laatste dag van de werkzaamheden, wordt de hele baan van 4,3 kilometer lengte voorzien van een nieuwe asfaltlaag.[3]
  2. bedekking met asfalt
Hyperoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “De Kaagbaan krijgt nieuw asfalt en dat is een megaklus” (Woensdag 5 april 2017, 06:16), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2023 Weblink bron “Circuit Zandvoort in recordtijd op de schop” (Woensdag 15 maart 2017, 13:24), NOS