aromatiseren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aro·ma·ti·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse aromatiser (met het achtervoegsel -iseren) [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aromatiseren |
aromatiseerde |
gearomatiseerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
aromatiseren
- overgankelijk geur geven aan
- de verse koffie aromatiseerde de kamer.
- (kookkunst) gebruiken van kruiden en specerijen om een product op smaak te brengen
- Als je uit alle aardbeien op de wereld de smaak zou extraheren, zou je nog niet genoeg smaak hebben om de aardbeienkauwgom voor de staat New York te aromatiseren. Dus moet je een natuurlijk aardbei-aroma gebruiken om de smaak te versterken, want een van de hoofdcomponenten van aardbei kun je ook uit iets anders halen.'[2]
Vertalingen
1. geur geven aan
Gangbaarheid
- Het woord aromatiseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aromatiseren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Jasper Enklaar 14 december 1990 NRC
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -iseren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Kookkunst in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 97 %