armoedenorm
Uiterlijk
- Geluid: armoedenorm (hulp, bestand)
- ar·moe·de·norm
- samenstelling van armoede zn en norm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | armoedenorm | armoedenormen |
verkleinwoord |
- (economie) grens qua inkomen waaronder iemand als arm wordt gekwalificeerd
- ▸ Een mogelijke oorzaak is het feit dat ouders te weinig tijd hebben voor hun kinderen. Slechts de helft tot 60 procent van de ouders vinden dat ze voldoende tijd hebben. Andere factoren die het emotioneel welzijn van het kind bepalen, zijn het inkomen van de ouders. Twee op tien tweeoudergezinnen en de helft van de eenoudergezinnen melden dat ze maar net kunnen rondkomen met het maandelijks inkomen. En 14 pct van de tweeoudergezinnen en 20 pct van de eenoudergezinnen vallen onder de armoedenorm.[1]
- ▸ Bij de minimumuitkeringen komen de christelijke bonden uit op 6,5 verlies voor een gezinshoofd, 22,2 procent verlies voor een alleenstaande en 29,2 procent voor een samenwonende. ‘Een gezinshoofd valt zo terug op amper 1.135,90 euro, maar ook de alleenstaande met een minimumuitkering wordt zo onder de Europese armoedenorm geduwd’, zeggen ACV en ACV-CSC Metea.[2]
- Het woord 'armoedenorm' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Kinderen te weinig gewaardeerd door ouders” (Maandag 16 juni 2003 om 00:00), De Standaard
- ↑ Weblink bron “‘Uitkering voor oudere werklozen dreigt tot 29 procent te dalen’” (Zondag 26 oktober 2014 om 19:01), De Standaard