arcanum

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·ca·num
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord arcanum arcana
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

arcanum o [2]

  1. geheim geneesmiddel
  2. geheim
     Opmerkelijk dat de Vroege Kerk, die ook in een heidense en perverse omgeving leefde, dat precies zo heeft aangevoeld. Uit die tijd stamt de term ”disciplina arcani”, het Latijnse woord ”arcanum” betekent geheim.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

30 % van de Nederlanders;
38 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. arcanum op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink Weblink bron
    Ds. P. den Ouden
    “Kerk tussen geheimenis en getuigenis” (17-04-2009), Reformatorisch Dagblad
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be