antigif
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·ti·gif
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | antigif | antigiffen |
verkleinwoord | antigifje | antigifjes |
Zelfstandig naamwoord
het antigif o
- (medisch) een substantie die de werking van een giftige stof in het (menselijk) lichaam kan neutraliseren, vertragen, of verzwakken
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord antigif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "antigif" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be