antibiose

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  antibiose    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• an·ti·bio·se

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Griekse 'bios' (leven) met het voorvoegsel anti- met het achtervoegsel -ose

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	antibiose	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de antibiose v

1. (biologie) parasitisme waarbij minstens een van de partners te gronde gaat

Antoniemen

• symbiose

Gangbaarheid

• Het woord 'antibiose' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.