annuleringsverzekering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·nu·le·rings·ver·ze·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord annuleringsverzekering annuleringsverzekeringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de annuleringsverzekeringv

  1. dekking voor de annuleringskosten wanneer iets niet door kan gaan, of vergoedt (een deel van) de gemaakte kosten bij het afbreken van iets indien er sprake is van een gedekte gebeurtenis
    • Een vriendin heeft een vakantiehuisje geboekt met annuleringsverzekering. Haar vrouw heeft namelijk kanker en ze wisten niet of ze het nog zou halen. Inmiddels is haar vrouw overleden, een paar weken voor de geplande vakantie. De verzekering wil de annulering van het huisje echter niet uitkeren want, zo zei de telefoniste: „U kunt toch gewoon alleen op vakantie gaan?” Doodgaan is kennelijk niet genoeg reden om te annuleren.[1]  
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Natasja Oerlemans 29 juli 2016