anatomisch

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ana·to·misch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen anatomisch anatomischer
verbogen anatomische anatomischere
partitief anatomisch anatomischers -

Bijvoeglijk naamwoord

anatomisch

  1. (medisch) met betrekking tot de anatomie
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be