alter ego

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

alter ego
Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ter ego
Woordherkomst en -opbouw
  • samenstelling uit het Latijn van alter en ego
enkelvoud meervoud
naamwoord alter ego alter ego's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

alter ego o

  1. een tweede persoonlijkheid waarmee een persoon zich onderscheidt van zijn werkelijke identiteit
    • Wie niet beter wist kon denken dat in Afas Live, in Amsterdam, een jonge Britse rockband op het podium stond, met een iets oudere voorman. Zo uitbundig gedroegen de muzikanten zich gisteravond, en zo onomwonden drong het rock-element zich op. Maar de zanger was Sting, de inmiddels 65-jarige bassist/componist die zich thuis voelt in genres als jazz, reggae én renaissancemuziek, maar hier zijn elektriserende alter ego benadrukte.[1] 
  2. romanfiguur die eigenlijk de romanschrijver zelf is
    • Wat is er in hemelsnaam met Anna Karenina gebeurd? Als door de wol geverfde Tolstoi-liefhebber vraag je je dat af zodra je eenmaal op dreef bent in Hans Bolands nieuwe vertaling van die beroemde roman uit 1877. Anders dan in het Russische origineel en alle eerdere westerse vertalingen wordt bijvoorbeeld Stepan Arkadjevitsj Oblonski, de broer van de titelheldin, niet meer met zijn voor- en vadersnaam aangeduid, maar slechts met ‘Oblonski’ of zijn koosnaam ‘Stiva’. Ook heet Sergej Alexandrovitsj Karenin, Anna’s echtgenoot, in het vervolg gewoon Karenin, of, nog kariger, Sergé. Alsof er een Russisch laagje van hun identiteit is afgeschraapt. Je verbazing neemt verder toe als Tolstoi’s tobberige alter ego Konstantin Levin ineens Ljovin wordt genoemd en je bijna niet kunt geloven dat al die andere vertalers zich dus bijna anderhalve eeuw lang hebben vergist.[2]  
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. NRC Hester Carvalho 6 april 2017
  2. NRC Michel Krielaars 24 februari 2017