allicht
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- al·licht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: zeker wel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1749 [1]
Bijwoord
allicht
- zeer waarschijnlijk
- Dat zou allicht wel eens waar kunnen zijn.
- op z'n minst
- Je zou allicht je boeken eens open kunnen doen voordat je naar het examen gaat.
- vanzelfsprekend
- Allicht kom ik op je verjaardag!
Vertalingen
3. vanzelfsprekend
Gangbaarheid
- Het woord allicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "allicht" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |