agrologie
Uiterlijk
- agro·lo·gie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | agrologie | - |
verkleinwoord | - | - |
de agrologie v
- (landbouw) bodemkunde op landbouwkundig gebied
- Het woord agrologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "agrologie" herkend door:
48 % | van de Nederlanders; |
67 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel agro- in het Nederlands
- Achtervoegsel -logie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Landbouw in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 48 %
- Prevalentie Vlaanderen 67 %