agro-

Nederlands

Huidig bestand
16

Uitspraak

• Geluid:  agro-    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• agro-

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van het Griekse 'agros' (veld, akker)

Voorvoegsel

agro-

1. (landbouw) ter vorming van woorden die met landbouw samenhangen

Hyponiemen

   

agro-economie agro-industrieel agroalimentair agrobiologe agrobiologisch agrobioloog agrochemisch agrohydrologie agrologe agrologisch agronome agronomiste agrotechnologisch

Gangbaarheid

• Het woord 'agro-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.