agendasetting

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • agen·da·set·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord agendasetting agendasettings
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de agendasettingv / m

  1. het aankaarten van een onderwerp; het plaatsen van een punt op de agenda
     Dewael verklaarde vandaag in De Zevende Dag dat alle partijen het eerder eens waren geworden over de agendasetting. Hij noemt het respectloos tegenover de negen andere partijen dat N-VA die agenda plots op de helling plaatste. ‘De Roover probeerde het debat weg te kapen, nog voor de vragenronde.’ N-VA ontkent, bij monde van Sander Loones, dat er unanimiteit was over de agendasetting.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 juni 2022 Weblink bron
    Ann-Sofie Dekeyser
    “De Roover en Dewael nog altijd op ramkoers” (20/09/2020), De Standaard