Naar inhoud springen

agave

Uit WikiWoordenboek
agave
  • aga·ve
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘vetplant’ voor het eerst aangetroffen in 1852 [1]
  • uit het Grieks [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord agave agaven
agaves
verkleinwoord

de agavev / m [3]

  1. (bloemplanten) benaming voor vetplanten uit het geslacht Agave op Wikispecies, in het wild afkomstig uit Amerika, maar nu als sierplant gekweekt
    De bekendste toepassing is als zoetmiddel.
    • In populaire recepten op sociale media van foodies en hippe kookboekenschrijvers worden vaak ‘natuurlijke suikers’, zoals honing, agavesiroop en kokosbloesemsuiker, gebruikt onder het mom van ‘gezond zonder toegevoegde suikers’. Bijvoorbeeld: knapperige granola uit de oven met honing, walnotenbrood met dadels, cupcakes zonder suiker (maar met agave). Moorman wil dit misverstand graag ophelderen: „Veel mensen denken dat deze natuurlijke suikers een ander effect op het lichaam hebben dan witte kristalsuiker, maar dat is niet zo.” Los van het lichamelijke effect, hebben deze producten geestelijk invloed, zegt hij. Door de zoete smaak wordt de zoet-behoefte gestild en de hunkering in stand gehouden. „Je houdt jezelf voor de gek.” [4] 
70 % van de Nederlanders;
63 % van de Vlamingen.[5]