afzwering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[2] afzwering van Filips II
Uitspraak
Woordafbreking
  • af·zwe·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afzwering afzweringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afzweringv

  1. het plechtig beloven iets niet meer te doen of te geloven
    • Het regime van Bâville, de intendant van de koning in de regio, is genadeloos. Het minste of geringste, het zingen van een psalm bijvoorbeeld, kan je martelingen, eenzame opsluiting of de doodstraf opleveren. Wat dat betreft is het niet anders dan in Noord-Korea nu. Salgas is met zijn afzwering een zogeheten „nieuwbekeerde” geworden: uiterlijk rooms-katholiek, maar in zijn hart nog protestants. [2] 
  2. het op een plechtige manier afstand doen van een eerdere belofte
    • De afzwering van Filips II in het plakkaat trekt weliswaar de meeste aandacht, erkende Donner. Maar de échte reden voor de beslissing de oude vorst te verlaten, was omdat de Staten-Generaal een nieuwe landsheer hadden aanvaard: de Franse hertog van Anjou. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

84 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[4]


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad Esther Karels-Boonzaaijer 04-10-2017 Baron van Salgas kwam op galeischip terecht
  3. Reformatorisch Dagblad Kees de Groot 27-07-2018 Donner: Hang onafhankelijkheid Nederland niet op aan Plakkaat van Verlatinghe
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be