afvalverwijdering

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afvalverwijdering    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·val·ver·wij·de·ring

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  afval zn  en  verwijdering zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afvalverwijdering	afvalverwijderingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de afvalverwijdering v

1. in inzamelen van vuilnis

   ▸ Dat de familie Huizenga ooit zo'n fortuin zou vergaren, had in 1893 nog niemand kunnen vermoeden. In dat jaar emigreerde de stamvader van het zakenimperium, Harm Huizenga, vanuit Noord-Groningen naar Chicago en werd daar vuilnisman. Met paard en wagen haalde hij afval op en legde daarmee de basis voor het grootste bedrijf ter wereld op het gebied van afvalverwijdering en afvalverwerking.

   ▸ De rijklaarkosten bestaan onder meer uit de kosten van kentekenplaten, afvalverwijdering en transport naar de dealer. Consumenten zijn daar meestal tussen de 600 en 1500 euro aan kwijt.

Synoniemen

• afvalinzameling

Vertalingen

    1.   

Duits: Abfallentsorgung (de) v

Gangbaarheid

• Het woord afvalverwijdering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.