afvalput

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·val·put
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord afvalput afvalputten
verkleinwoord afvalputje afvalputjes

Zelfstandig naamwoord

de afvalputm

  1. put waardoor afvalwater kan wegstromen
  2. (figuurlijk) plaats waar men allerlei ongewenste zaken kan dumpen
     Niet alleen West Maas en Waal, ook de provincie Gelderland probeerde de granulietstort ook een halt toe te roepen. "We snappen dat je ergens met je afval heen moet, maar we zijn niet de afvalput van Noordwest-Europa", zei gedeputeerde Peter Drenth eerder.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 6 maart 2023 Weblink bron “Ministerie hoeft niet in te grijpen bij stort granuliet” (Woensdag 13 oktober 2021, 13:39), NOS