afvaldepot

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afvaldepot    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·val·de·pot

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  afval zn  en  depot zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	afvaldepot	afvaldepots
verkleinwoord	afvaldepotje	afvaldepotjes

Zelfstandig naamwoord

het afvaldepot m / o

1. plaats waar afval wordt verzameld en tijdelijk wordt opgeslagen

   ▸ Het apparaat kan worden ingeleverd bij het gemeentelijk afvaldepot. Op de website van Index Holland kunnen klanten via een formulier hun aankoopbedrag terugvragen.

   ▸ De brand ontstond rond 22.00 uur op het terrein naast het gemeentelijk afvaldepot. Een uur later had de brandweer het vuur onder controle.

Gangbaarheid

• Het woord 'afvaldepot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.