aftapplug
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·tap·plug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aftapplug | aftappluggen |
verkleinwoord | aftapplugje | aftapplugjes |
Zelfstandig naamwoord
- stop die men verwijdert als men een vloeistof wil laten afvloeien; afsluiting van een aftapopening
Verwante begrippen
Vertalingen
1. stop die men verwijdert als men een vloeistof wil laten afvloeien; afsluiting van een aftap opening
Gangbaarheid
- Het woord 'aftapplug' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aftapplug" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be