Naar inhoud springen

afstandelijk

Uit WikiWoordenboek
  • af·stan·de·lijk
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen afstandelijkafstandelijkerafstandelijkst
verbogen afstandelijkeafstandelijkereafstandelijkste
partitief afstandelijksafstandelijkers-

afstandelijk

  1. onverschillig, niet emotioneel ergens bij betrokken zijn
    • De afstandelijke houding van de norse arts stelde de patiënt niet gerust. 
     Waarom werd Martina toch met de seconde afstandelijker? Zowel in haar woordkeus als houding.[1]
     Haar blik is kil en afstandelijk en haar neusvleugels trillen alsof ze de alcohol en de angst van een afstand kan ruiken.[2]
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]