Naar inhoud springen

afreden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jun 2019 om 10:42 (→‎top: vervanging sjabloon samenstelling)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • af·re·den
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afreden
reedde af
afgereed
zwak -d volledig

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord afreden [1]

  1. verder gereedmaken, afmaken
vervoeging van
afrijden

afreden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afrijden
    • ...dat wij afreden. 
    • ...dat jullie afreden. 
    • ...dat zij afreden.