afreden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·re·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af en reden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afreden |
reedde af |
afgereed |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als werkwoord afreden [1]
- verder gereedmaken, afmaken
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afrijden |
afreden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afrijden
- ...dat wij afreden.
- ...dat jullie afreden.
- ...dat zij afreden.
- ...dat wij afreden.
Gangbaarheid
- Het woord afreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Niet met deze vorm in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal