adenovirus

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

adenovirus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ade·no·vi·rus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord adenovirus adenovirussen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het adenoviruso

  1. (medisch) (virussen) familie van virussen die verkoudheden veroorzaken
     In april vond in China een studie plaats naar een vaccin dat volgens dezelfde principes werkt. Beide vaccins zijn gebaseerd op een voor mensen doorgaans weinig gevaarlijk adenovirus. Op dat virus zijn zogeheten spike-eiwitten geplakt afkomstig uit SARS-CoV-2. Die moeten zorgen voor een reactie van het afweersysteem van de gevaccineerden.[1]
     In een revalidatiecentrum in de Amerikaanse staat New Jersey zijn deze maand zes kinderen overleden nadat ze het adenovirus hadden opgelopen. De leeftijden van de slachtoffers zijn niet bekendgemaakt. Nog eens twaalf kinderen werden ziek door het virus.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron
    Francien Yntema en Rinke van den Brink
    “Door Nederland besteld coronavaccin lijkt veelbelovend, alleen lichte bijwerkingen” (20-07-2020), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron “Zes kinderen overleden na virusuitbraak in revalidatiecentrum VS” (24-10-2018), NOS