activiteitenprogramma

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·ti·vi·tei·ten·pro·gram·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord activiteitenprogramma activiteitenprogramma's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het activiteitenprogrammao

  1. schema van bezigheden die men ergens kan uitvoeren
     Die sociale verantwoordelijkheid van de pub, die populair is bij voetbalfans, zie je terug in het activiteitenprogramma. Ze doen veel voor goede doelen, zoals het organiseren van gratis maaltijden voor dak- en thuislozen.[1]
     De samenwerking krijgt gestalte in de nieuwe stichting Academy De Vossenbos. Die wordt straks verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een (praktijk)onderwijsplan en een sport- en activiteitenprogramma. Het nieuwe samenwerking moet volgens Asveld een broedplaats worden voor initiatieven.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron “Pubs in Londen omgebouwd tot appartementen, maar soms grijpt de buurt in” (31-12-2017), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 5 juni 2022 Weblink bron
    Hans Brok
    “Plan Academy De Vossenbos in Hoge Hexel krijgt Europese subsidie” (19-12-2021), Tubantia