achtereen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·een
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van tijd: zonder tussenpozen’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
  • samenstelling van  achter  en  een  [2]

Bijwoord

achtereen

  1. zonder onderbreking, opeenvolgend
    • Hij liep uren achtereen door het bos. 
    • Hij heeft 7 dagen achtereen gewerkt. 
     We komen hier al vijf jaar achtereen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen