acarrear
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
acarrear |
acarreaba |
acarreado |
volledig |
Werkwoord
acarrear
Woordafbreking
- a·ca·rre·ar
- overgankelijk
- vervoeren, aanvoeren, meevoeren
- veroorzaken (met zich meebrengen)