Naar inhoud springen

abbatiaat

Uit WikiWoordenboek
  • ab·ba·ti·aat
enkelvoud meervoud
naamwoord abbatiaat
verkleinwoord

het abbatiaato

  1. de ambtsperiode van een abt of een abdis
    • Na het abbatiaat van Humfried wordt Roderic aangesteld (1021–1042), door Boudewijn IV, als abt van de Sint-Bertijnsabdij.