aasemmer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

aasemmer
Uitspraak
Woordafbreking
  • aas·em·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aasemmer aasemmers
verkleinwoord aasemmertje aasemmertjes

Zelfstandig naamwoord

de aasemmerm

  1. een bak waarin een visser zijn levende aasvissen bewaart
     Handige Aasemmer van 18 liter met een uitneembare binnenmand. Deze emmer is ideaal voor het bewaren van je (levende) aasvissen.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

65 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “X2 AASEMMER 18 L”, raven.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be