aardolie-industrie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·olie-in·dus·trie
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aardolie zn en industrie zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardolie-industrie | aardolie-industrieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de aardolie-industrie v
- (mijnbouw) (industrie) alle bedrijven die betrokken zijn bij winning en verwerking van aardolie en aardolieproducten
- ▸ De aardolie-industrie was een eeuw geleden de hoeksteen van de Venezolaanse economie, maar door verwaarlozing van de raffinaderijen is de productie gedaald tot een fractie van de 3,2 miljoen vaten per dag die er iets meer dan tien jaar geleden werden geproduceerd.[1]
- ▸ De snelst groeiende branche was afgelopen kwartaal de chemische, farmaceutische, aardolie-, rubber- en kunststofindustrie. Deze sector verdiende 11,3 procent meer dan een jaar eerder.[2]
Vertalingen
1. alle bedrijven die betrokken zijn bij winning en verwerking van aardolie en aardolieproducten
Gangbaarheid
- Het woord aardolie-industrie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Venezuela: Amerikaanse spion opgepakt” (12-09-2020), NOS
- ↑ Weblink bron “Nederlandse industrie groeit opnieuw” (20-08-2018), NOS