aardolie

Olie op het strand

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aardolie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• aard·olie

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van aard, (van aarde) en olie

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	aardolie	aardoliën, aardolies
verkleinwoord	aardolietje	aardolietjes

Zelfstandig naamwoord

aardolie v/m

1. een fossiele energiebron, mengsel van vloeibare koolwaterstoffen

   • Benzine en plastic worden gemaakt van aardolie. 

Synoniemen

• ruwe olie, minerale olie, petroleum

Afgeleide begrippen

• aardolie-industrie, aardoliemaatschappij, aardolieproduct, aardolieproductie, aardolietanker, aardolievracht

Vertalingen

    1.   

Duits: Rohöl (de) Engels: crude (en) Esperanto: kruda petrolo (eo), nafto (eo) Fins: raakaöljy (fi) Frans: pétrole brute (fr)

Fries: ierdoalje (fy) Latijn: petrus (la) Russisch: нефть (ru) v (neft') Spaans: crudo (es) m, petróleo (es) m Vietnamees: dầu mỏ (vi)

Gangbaarheid

• Het woord aardolie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "aardolie" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.