aardbeientaart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aard·bei·en·taart
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aardbeientaart | aardbeientaarten |
verkleinwoord | aardbeientaartje | aardbeientaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- (voeding) vruchtentaart met een vulling van aardbeien
- ▸ Hier moet nog gegeten worden, want naast de croissantjes en een heerlijke aardbeientaart in de morgen is er nog niet veel in de magen gekomen. Het laatste traject in Frankrijk is nu nog rond de 270 km naar Meaux en hiervoor staan dus nog 4 dagen.[2]
- ▸ Alle thuisbakkers van het nieuwe seizoen van Heel Holland Bakt zijn bekend. Vanaf zondag 4 september wagen onder meer een advocaat, burgemeester en een huisvrouw zich aan mergpijpjes, vlechtbrood, Algerijnse bloemkoekjes en een klassieke aardbeientaart. Wij stellen de deelnemers aan je voor.[3]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord aardbeientaart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marthy Rothe“Vive la France” (21-05-2012), Tubantia
- ↑ Weblink bron Suzanne Borgdorff“Heel Holland Bakt: verslaat de burgemeester de huisvrouw?” (11-01-2017), Tubantia