aardbeiboomgroentje
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- aard·bei·boom·groen·tje
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aardbeiboom zn en groentje zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ||
verkleinwoord | aardbeiboomgroentje | aardbeiboomgroentjes |
Zelfstandig naamwoord
het aardbeiboomgroentje o dim. tant.
- (vlinders) Callophrys avis een vlinder uit de familie Lycaenidae. De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1909 door Thomas Algernon Chapman
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'aardbeiboomgroentje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.