aanverstorven

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  aanverstorven    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈaɱvərˌstɔrvə(n) / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• aan·ver·stor·ven

Woordherkomst en -opbouw

• vervoeging van aanversterven: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van  aan zn "bw"  en  verstorven bn 

Werkwoord

vervoeging van:	aanversterven…
geen verbogen vorm

aanverstorven

1. voltooid deelwoord van aanversterven

   ▸ ⧖ (…) welk land hem — blijkens de transportacte — van zijn zuster Mechteld ’s kind Hylleken aanverstorven was.

Verwante begrippen

• overgeërfd

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	aanverstorven	aanverstorvender	aanverstorvenst
verbogen			aanverstorvenste
partitief	aanverstorvens	aanverstorvenders	-

Bijvoeglijk naamwoord

aanverstorven

1. (juridisch) in eigendom verworven door het overlijden van een ander

   ▸ Er vindt een onderverdeling plaats van aanverstorven goederen, na de deling op 20 juni 1567 te Gestel gedaan, door Peter zoon wijlen Zebert Jacobs gehuwd met Hadewig Henricksdtr. Comans, met Mathijs Adriaen Jan Spierincx gehuwd met Oda dtr. van wijlen Zebert Jacobs en Hadewig.

Synoniemen

• aangestorven

Typische woordcombinaties

• aanverstorven goederen

Gangbaarheid

• Het woord 'aanverstorven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.