aantonend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·to·nend

Werkwoord

vervoeging van: aantonen
verbogen vorm: aantonende

aantonend

  1. onvoltooid deelwoord van aantonen
stellend
onverbogen aantonend
verbogen aantonende
partitief aantonends

Bijvoeglijk naamwoord

aantonend [1]

  1. (taalkunde) de aantonende wijs een wijs die zoals gewoonlijk vervoegd wordt naar persoon of getal
    • Naast de gebiedende wijs, de aanvoegende wijs en de onbepaalde wijs is de aantonende wijs één van de manieren waarop een werkwoord gebruikt kan worden.[2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen