aanstalten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanstalten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanstɑltə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·stal·ten
Woordherkomst en -opbouw
- alleen meervoud van Duits Anstalten zn als deel van de uitdrukking Anstalten machen zn [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | aanstalten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
aanstalten mv
- toebereidselen, voorbereidende maatregelen
- Wij maakten aanstalten om naar het feest te gaan.