voorbereidende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorbereidende (hulp, bestand)
- IPA: /ˈvorbəˌrɛidəndə/
Woordafbreking
- voor·be·rei·den·de
Woordherkomst en -opbouw
- voorbereidend met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
voorbereidende
- verbogen vorm van de stellende trap van voorbereidend
Werkwoord
vervoeging van: | voorbereiden |
voorbereidende
- verbogen vorm van voorbereidend, het onvoltooid deelwoord van voorbereiden