aanslagpleger

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·slag·ple·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanslagpleger aanslagplegers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aanslagplegerm

  1. persoon die een terroristische aanslag uitgevoerd heeft
     Aldrich zei tijdens het proces niets over een mogelijk motief. Nabestaanden van slachtoffers noemden de aanslagpleger een monster. De schutter, die een neonaziwebsite runde, ontkende dat het ging om een haatmisdrijf.[1]
     De aanslagpleger, Robert Bowers, opende in oktober 2018 in het gebedshuis in de staat Pennsylvania tijdens de sabbatdienst het vuur terwijl hij antisemitische leuzen riep. Na een vuurgevecht met de politie werd hij opgepakt. Het was de dodelijkste aanslag ooit op Joden in de Verenigde Staten.[2]
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 8 februari 2024 Weblink bron “Levenslange celstraf voor aanslagpleger lhbti-club in Colorado Springs” (26 juni 2023, 21:12), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 8 februari 2024 Weblink bron “Aanslagpleger synagoge Pittsburgh ter dood veroordeeld door jury” (2 augustus 2023, 19:16), NOS