aanmeldingsbon
Uiterlijk
- aan·mel·dings·bon
- samenstelling van aanmelding zn en bon zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanmeldingsbon | aanmeldingsbonnen (aanmeldingsbons) |
verkleinwoord | aanmeldingsbonnetje | aanmeldingsbonnetjes |
de aanmeldingsbon m
- bewijs dat men zich aangemeld heeft; formulier waarmee men zich kan aanmelden als lid van een organisatie of vereniging
- ▸ HANDLEIDING. OPENBARE AANBESTEDINGEN. AANMELDINGSBON[1]
- Het woord aanmeldingsbon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “HANDLEIDING. OPENBARE AANBESTEDINGEN. AANMELDINGSBON”