aanmeerplaats
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·meer·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van aanmeren ww en plaats zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanmeerplaats | aanmeerplaatsen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (scheepvaart) locatie waar men een boot kan vastmaken aan de wal
- ▸ Eerder werd ook Vlissingen genoemd als aanmeerplaats, maar die gemeente trok zich terug.[1]
Gangbaarheid
- Het woord aanmeerplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Kabinet ziet af van opvang asielzoekers op zee” (Donderdag 28 juli 2022, 09:52), NOS