aandelenhypotheek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·de·len·hy·po·theek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aandelenhypotheek aandelenhypotheken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de aandelenhypotheekv

  1. een hypothecaire lening die men aflost met de opbrengst van een aandelenpakket
     Door alle verhalen begint het toch te knagen. We hebben een aandelenhypotheek. En de beurs staat laag, maar dan kan maandelijks toch goedkoop ingekocht worden?[1]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    THIJS RÖSKEN
    “Juist nu je hypotheek evalueren” (24 jul. 2012), De Telegraaf