aanbrengst
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanbrengst (hulp, bestand)
- IPA: / ˈambrɛŋst / (2 lettergrepen)
- IPA: /ˈanbrɛŋst/
Woordafbreking
- aan·brengst
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van aanbrengen met het achtervoegsel -st
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aanbrengst | aanbrengsten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de aanbrengst v
- het aanbrengen
- De aanbrengst van bij huwelijkse voorwaarden buiten de gemeenschap gehouden rechten.
- het aangebrachte
- De aanbrengst is vermengd met andere bedragen.
Synoniemen
- [1] aanbrenging
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord aanbrengst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.