aanbodoverschot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·bod·over·schot
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanbodoverschot aanbodoverschotten
verkleinwoord aanbodoverschotje aanbodoverschotjes

Zelfstandig naamwoord

het aanbodoverschoto

  1. (economie) aanbodoverschot of vraagtekort ontstaat als de bij een bepaalde prijs aangeboden hoeveelheid van een goed of dienst groter is dan de bij die prijs gevraagde hoeveelheid
     De prijzen van groenten lagen zelfs 7 procent onder het niveau van vorig jaar door een aanbodoverschot in Europa. Alleen aardappelen en fruit werden niet goedkoper.[1]
     De prijzen van chips komen volgend jaar mogelijk nog verder onder druk te staan. Ook houdt het aanbodoverschot aan, stellen analisten van Goldman Sachs in een sectorrapport.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Goed jaar voor tuinders en varkensboeren” (19 dec. 2016), De Telegraaf
  2. Bronlink Weblink bron “'Neergang treft chipsector ook volgend jaar'” (12 sep. 2018), De Telegraaf