reise: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Fix |
kGeen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 24: | Regel 24: | ||
[1] ''å reise et telt'' |
[1] ''å reise et telt'' |
||
*Een tent opzetten. |
*Een tent opzetten. |
||
[1] ''sport, spreektaal)'' ''reise kjerringa'' |
[1] ''(sport, spreektaal)'' ''reise kjerringa'' |
||
*Sterk terugkomen na een slechte prestatie. |
*Sterk terugkomen na een slechte prestatie. |
||
[2] ''å reise et hus'' |
[2] ''å reise et hus'' |
||
Regel 63: | Regel 63: | ||
[1] ''å reise eit telt'' |
[1] ''å reise eit telt'' |
||
*Een tent opzetten. |
*Een tent opzetten. |
||
[1] ''sport, spreektaal)'' ''reise kjerringa'' |
[1] ''(sport, spreektaal)'' ''reise kjerringa'' |
||
*Sterk terugkomen na een slechte prestatie. |
*Sterk terugkomen na een slechte prestatie. |
||
[2] ''å reise eit huis'' |
[2] ''å reise eit huis'' |
Versie van 13 jun 2010 14:53
Noors
Uitspraak
Woordafbreking
- rei·se
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reise |
reiser |
reiste |
reist |
Werkwoord
reise
- overgankelijk opstellen, opzetten
- «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
- God had er zelf voor gezorgd om een ladder tussen de verloren zondaar en de hemel op te stellen.
- «Gud hadde selv sørget for å reise en stige mellom den fortapte synderen og himmelen.»
- overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten, stichten
- «Å bygge familien kan på mange måter sammenlignes med å reise et hus.»
- Het stichten van een gezin is in veel opzichten vergelijkbaar met een huis bouwen.
- «Å bygge familien kan på mange måter sammenlignes med å reise et hus.»
- overgankelijk starten, iets aanzwengelen
- onovergankelijk opbreken
- onovergankelijk reizen
Synoniemen
- [1] reise opp
Afgeleide begrippen
- [2] bygge
Uitdrukkingen en gezegden
[1] å reise et telt
- Een tent opzetten.
[1] (sport, spreektaal) reise kjerringa
- Sterk terugkomen na een slechte prestatie.
[2] å reise et hus
- Een huis bouwen.
[4] å reise en hær
- Een leger opstellen.
Werkwoord
reise opp
Werkwoord
reise seg
Synoniemen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- rei·se
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord reisa.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
tegenwoordige tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
reise |
reiser |
reiste |
reist |
Werkwoord
reise
- overgankelijk opstellen, opzetten
- overgankelijk bouwen, opbouwen, oprichten
- overgankelijk starten, iets aanzwengelen
- onovergankelijk opbreken
- onovergankelijk reizen
Synoniemen
- [1] reise opp
Afgeleide begrippen
- [2] bygge
Uitdrukkingen en gezegden
[1] å reise eit telt
- Een tent opzetten.
[1] (sport, spreektaal) reise kjerringa
- Sterk terugkomen na een slechte prestatie.
[2] å reise eit huis
- Een huis bouwen.
[4] å reise ein hær
- Een leger opstellen.
Werkwoord
reise opp
Werkwoord
reise seg
Synoniemen
Categorieën:
- Woorden in het Noors
- Woorden in het Noors van lengte 5
- Werkwoord in het Noors
- Overgankelijk werkwoord in het Noors
- Onovergankelijk werkwoord in het Noors
- Wederkerend werkwoord in het Noors
- Woorden in het Nynorsk
- Woorden in het Nynorsk van lengte 5
- Werkwoord in het Nynorsk
- Overgankelijk werkwoord in het Nynorsk
- Onovergankelijk werkwoord in het Nynorsk
- Wederkerend werkwoord in het Nynorsk